Het inkomen uit sparen en beleggen is het voordeel uit sparen en beleggen minus de persoonsgebonden aftrek voor zover deze niet in aanmerking is genomen in box 1.
Het forfaitair rendement wordt gebaseerd op basis van de rendementsgrondslag aan het begin van het jaar. De rendementsgrondslag is de waarde van de bezittingen minus de schulden minus het heffingsvrij vermogen.
2022
Vanaf 1 januari 2017 wordt de grondslag sparen en beleggen in box 3 toegerekend aan een spaardeel en een beleggingsdeel. De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrije vermogen. Voor de toerekening wordt gebruik gemaakt van 3 vermogensschijven. Over het spaardeel en het beleggingsdeel wordt een forfaitair rendement van respectievelijk 0,01% en 5,53% in aanmerking genomen in box 3. Over het forfaitair rendement is 31% belasting verschuldigd.
Grondslag sparen en beleggen | Spaardeel 0.01% | Beleggingsdeel 5.53% | Forfaitair rendement |
T/m € 50.650 | 67% | 33% | 1.82% | Van € 50.650 t/m € 962.350 | 21% | 79% | 4.37% | Vanaf € 962.350 | 0% | 100% | 5.53% |
2021
Vanaf 1 januari 2017 wordt de grondslag sparen en beleggen in box 3 toegerekend aan een spaardeel en een beleggingsdeel. De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrije vermogen. Voor de toerekening wordt gebruik gemaakt van 3 vermogensschijven. Over het spaardeel en het beleggingsdeel wordt een forfaitair rendement van respectievelijk 0,03% en 5,69% in aanmerking genomen in box 3. Over het forfaitair rendement is 31% belasting verschuldigd.
Grondslag sparen en beleggen | Spaardeel 0.03% | Beleggingsdeel 5.69% | Forfaitair rendement |
T/m € 50.000 | 67% | 33% | 1.898% | Van € 50.000 t/m € 950.000 | 21% | 79% | 4.501% | Vanaf € 950.000 | 0% | 100% | 5.69% |
2020
Vanaf 1 januari 2017 wordt de grondslag sparen en beleggen in box 3 toegerekend aan een spaardeel en een beleggingsdeel. De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrije vermogen. Voor de toerekening wordt gebruik gemaakt van 3 vermogensschijven. Over het spaardeel en het beleggingsdeel wordt een forfaitair rendement van respectievelijk 0,06% en 5,33% in aanmerking genomen in box 3. Over het forfaitair rendement is 30% belasting verschuldigd.
Grondslag sparen en beleggen | Spaardeel 0.06% | Beleggingsdeel 5.33% | Forfaitair rendement |
T/m € 72.797 | 67% | 33% | 1.80% | Van € 72.797 t/m € 1.005.572 | 21% | 79% | 4.22% | Vanaf € 1.005.572 | 0% | 100% | 5.33% |
2019
Vanaf 1 januari 2017 wordt de grondslag sparen en beleggen in box 3 toegerekend aan een spaardeel en een beleggingsdeel. De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrije vermogen. Voor de toerekening wordt gebruik gemaakt van 3 vermogensschijven. Over het spaardeel en het beleggingsdeel wordt een forfaitair rendement van respectievelijk 0,13% en 5,60% in aanmerking genomen in box 3.
Grondslag sparen en beleggen | Spaardeel 0.13% | Beleggingsdeel 5.60% | Forfaitair rendement |
T/m € 71.650 | 67% | 33% | 1.94% | Van € 71.650 t/m € 989.736 | 21% | 79% | 4.45% | Vanaf € 989.736 | 0% | 100% | 5.60% |