Vanaf 2014
Bij de bepaling van de winst uit onderneming wordt het afschrijvingspercentage van goodwill gesteld op maximaal 10% en voor andere bedrijfsmiddelen wordt het afschrijvingspercentage gesteld op 20% op jaarbasis.
Startende ondernemers kunnen willekeurig afschrijven mits het aan de voorwaarden van de regeling willekeurige afschrijving starters voldoet.
Jaar 2013
Bij de bepaling van de winst uit onderneming wordt het afschrijvingspercentage van goodwill gesteld op maximaal 10% en voor andere bedrijfsmiddelen wordt het afschrijvingspercentage gesteld op 20% op jaarbasis.
Ondernemers kunnen vanaf 1 juli 2013 tot het einde van 2013 tot 50% afschrijven op nieuwe investeringen. De ministerraad heeft dit besloten met het oog op de economische ontwikkeling.
Willekeurige afschrijving
Zowel bedrijven die vennootschapsbelasting betalen als bedrijven die inkomstenbelasting betalen, kunnen gebruik maken van de willekeurige afschrijving. Nieuwe investeringen die in de tweede helft van 2013 worden gedaan, kunnen eenmalig tot maximaal 50% willekeurig worden afgeschreven. Willekeurig betekent dat de ondernemer zelf mag bepalen hoeveel hij wil afschrijven (met een maximum van 50%). Voorwaarde is wel dat de investering voor 1 januari 2016 in gebruik wordt genomen.
Voorwaarden
De regeling is ontleend aan de regeling zoals deze al eerder gold voor de jaren 2009 tot en met 2011. Dit betekent dat de regeling niet kan worden toegepast voor onder andere al gebruikte bedrijfsmiddelen, gebouwen en de meeste personenauto’s.
Een verschil met de oude regeling is dat in 2013 slechts eenmalig tot 50% willekeurig kan worden afgeschreven. In de oude regeling was het mogelijk om over meerdere jaren willekeurig af te schrijven.
Jaar 2012
Bij de bepaling van de winst uit onderneming wordt het afschrijvingspercentage van goodwill gesteld op maximaal 10% en voor andere bedrijfsmiddelen wordt het afschrijvingspercentage gesteld op 20% op jaarbasis.
Jaren 2010 en 2011
Bedrijven kunnen investeringen die in het kalenderjaar 2010 en 2011 plaatsvinden in 2 jaar afschrijven, dus maximaal 50 procent in 2010 en 50 procent in 2011 respectievelijk 50% in 2011 en 50% in 2012. De willekeurige afschrijving is een tijdelijke maatregel, in het kader van de economische crisis, die geldt voor nieuwe bedrijfsmiddelen. Een aantal bedrijfsmiddelen zijn uitgezonderd. De belangrijkste uitzonderingen zijn: gebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken, dieren, immateriële activa (waaronder software), bromfietsen, motorrijwielen en personenauto’s. Uitgesloten zijn ook bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor ter beschikking stelling aan derden. Taxi’s en zeer zuinige personenauto’s mogen wel willekeurig worden afgeschreven. Een personenauto geldt als zeer zuinig als de CO2-uitstoot niet meer bedraagt dan 95 gram per kilometer bij dieselmotoren, of niet meer dan 110 gram per kilometer bij andere personenauto’s.
Willekeurige afschrijving is mogelijk zodra (in het kalenderjaar 2010) een investeringsverplichting is aangegaan of voortbrengingskosten zijn gemaakt. Het bedrag van de willekeurige afschrijving kan echter niet hoger zijn dan het bedrag dat ter zake van de investeringsverplichting is betaald dan wel het bedrag van de gemaakte voortbrengingskosten.
Het bedrijfsmiddel moet vóór 1 januari 2013 door de belastingplichtige in gebruik zijn genomen.
Deze maatregel gold al voor investeringen gedaan in 2009 (met ingebruikname vóór 1 januari 2012) en wordt met een jaar verlengd.
Jaar 2009
Bedrijven kunnen investeringen die in het kalenderjaar 2009 plaatsvinden in 2 jaar afschrijven, dus maximaal 50 procent in 2009 en 50 procent in 2010. De willekeurige afschrijving is een tijdelijke maatregel, in het kader van de economische crisis, die geldt voor nieuwe bedrijfsmiddelen. Een aantal bedrijfsmiddelen zijn uitgezonderd. De belangrijkste uitzonderingen zijn: gebouwen,grond-, weg- en waterbouwkundige werken, dieren, immateriële activa (waaronder software), bromfietsen, motorrijwielen en personenauto’s. Taxi’s en zeer zuinige personenauto’s mogen echter wel willekeurig worden afgeschreven. Een personenauto geldt als zeer zuinig als de CO2-uitstoot niet meer bedraagt dan 95 gram per kilometer bij dieselmotoren, of niet meer dan 110 gram per kilometer bij andere personenauto’s. Uitgesloten zijn ook bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor ter beschikking stelling aan derden. Willekeurige afschrijving is mogelijk zodra (in het kalenderjaar 2009) een investeringsverplichting is aangegaan of voortbrengingskosten zijn gemaakt. Het bedrag van de willekeurige afschrijving kan echter niet hoger zijn dan het bedrag dat ter zake van de investeringsverplichting is betaald dan wel het bedrag van de gemaakte voortbrengingskosten. Het bedrijfsmiddel moet vóór 1 januari 2012 door de belastingplichtige in gebruik zijn genomen.
Jaren 2007 en 2008
Bij de bepaling van de winst uit onderneming wordt met ingang van 1 januari 2007 het afschrijvingspercentage van goodwill gesteld op maximaal 10% en voor andere bedrijfsmiddelen wordt het afschrijvingspercentage gesteld op 20% op jaarbasis.
Met ingang van 1 januari 2008 kunnen omstandigheden die ten tijde van het investeren in een bedrijfsmiddel reeds bekend waren geen aanleiding geven voor een afwaardering naar een lagere bedrijfswaarde.