Vanaf 1 maart 2023 bent u 10,5% belastingrente verschuldigd over het bedrag dat u aan vennootschapsbelasting moet (bij)betalen. Het wordt dus nóg belangrijker om belastingrente te beperken of te voorkomen.
Legt de Belastingdienst u op of na 1 juli 2023 een (voorlopige) aanslag inkomsten- of vennootschapsbelasting op over 2022? Dan brengt de Belastingdienst rente in rekening over het bedrag dat u aan belasting moet (bij)betalen. De belastingrente wordt berekend over de periode van 1 juli 2023 tot 6 weken na de datum op de aanslag.
Belastingrente stijgt van 8% naar 10,5%
Voor de inkomstenbelasting is de belastingrente gekoppeld aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties. Daarnaast bedraagt de belastingrente voor de inkomstenbelasting minimaal 4%. De stijging van de wettelijke rente voor niet-handelstransacties per 1 januari 2023 van 2% naar 4% heeft dus geen effect.
De belastingrente voor de vennootschapsbelasting is gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties en bedraagt minimaal 8%. De wettelijke rente voor handelstransacties steeg per 1 januari 2023 van 8% naar 10,5%. Volgens het ‘Besluit belasting- en invorderingsrente’ geldt deze verhoging twee maanden na de invoering ook voor de belastingrente.
Voorkom belastingrente
Vanaf 1 maart 2023 rekent de Belastingdienst daarom 10,5% rente over de vennootschapsbelasting die u volgens de aanslag moet (bij)betalen. Het wordt daarom nóg belangrijker om belastingrente te beperken/voorkomen. Dit doet u door tijdig een (nadere) voorlopige aanslag vennootschapsbelasting aan te vragen.
Tijdig voorlopige aanslag aanvragen
U betaalt geen belastingrente als u vóór 1 mei 2023 een voorlopige aanslag over 2022 aanvraagt. Legde de Belastingdienst u al eerder een voorlopige aanslag op, maar is deze te laag? Zorg dan dat u vóór 24 maart 2023 een verzoek indient om de aanslag te verhogen. Zo voorkomt u het betalen van 10,5% belastingrente.