De valkuilen
Wat had deze werkgever anders kunnen doen?
De werkgever had zich beter moeten laten informeren over de regels. Bijtelling voor personenauto’s kan niet zonder meer achterwege blijven. De bijtelling kan in principe alleen achterwege blijven als de werknemer over een beschikking verklaring geen privégebruik auto beschikt en door een rittenregistratie of met ander bewijs kan aantonen dat de auto op jaarbasis niet voor meer dan 500 kilometer privé wordt gebruikt. Als de werknemer niet beschikt over de eerste twee bewijsmiddelen, is de werkgever aangewezen op ander bewijs. Een verbod op privégebruik en het parkeren bij de werkgever kunnen onderdeel zijn van dit andere bewijs, maar zullen in het algemeen zonder nadere afspraken met de Belastingdienst vaak onvoldoende bewijs vormen.
Verbod privégebruik
Een verbod op privégebruik is op zich over het algemeen onvoldoende om de bijtelling achterwege te kunnen laten. Hiervoor is aanvullend bewijs nodig, zoals een controle op dit verbod en een reële sanctie bij overtreding van het verbod.
Afwisselend gebruik
Voor bestelauto’s die afwisselend door verschillende werknemers worden gebruikt, geldt onder voorwaarden een speciale regeling waarbij het eventuele privégebruik kan worden ‘afgekocht’ voor € 300 per jaar. Deze speciale regeling geldt echter expliciet niet voor personenauto’s.
Parkeren bij de werkgever
Voor bestelauto’s die buiten werktijd niet gebruikt kunnen worden, is in de wet opgenomen dat geen bijtelling hoeft te worden toegepast. Een dergelijke wettelijke regeling is er echter niet voor personenauto’s. Of de omstandigheid dat een personenauto alleen tijdens werktijd kan worden gebruikt voldoende is om met ander bewijs aan te tonen dat de auto niet voor meer dan 500 kilometer privé wordt gebruikt, is moeilijk te zeggen. Het lijkt erop dat de Belastingdienst in ieder geval essentieel acht dat de werkgever controleert of de auto inderdaad op het parkeerterrein wordt geparkeerd, bijvoorbeeld door controle van de achtergelaten sleutels.