Voor zwangere vrouwen die tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008 als zelfstandig onderneemster of op andere wijze (anders dan in loondienst) werkzaam waren, was er geen wettelijke regeling voor zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen. Na een ingesteld hoger beroep tegen een aantal uitspraken van rechtbanken in 2016, heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op 27 juli 2017 bepaald dat het ontbreken van een dergelijke regeling in strijd was met het VN-Vrouwenverdrag. De CRvB heeft het UWV daarom opgedragen om binnen 16 weken – vóór 16 november 2017 – een passende compensatie voor deze vrouwen vast te stellen. Vanaf dat moment zal UWV communiceren wat dit voor de vrouwen in kwestie betekent, hoe het verdere proces gaat verlopen en of andere vrouwen een aanvraag kunnen doen om in aanmerking te komen voor een uitkering of soortgelijke vergoeding.