Bij elke onderneming kan het voorkomen dat de onderneming ophoudt te bestaan. Dit kan niet alleen gebeuren door een faillissement, maar ook door pensionering, ziekte of overlijden van de ondernemer. Ide opn deze laatste drie situaties kan het lastig zijn om een geschikte opvolger te vinden. Als volger niet gevonden wordt, kan het voorkomen dat de onderneming moet worden beëindigd met als gevolg een gedwongen ontslag voor elke werknemer.
Dit is niet alleen voor de ondernemer een zorgelijke situatie, maar ook voor de medewerkers van de onderneming. Een pleister op de wonden van de medewerkers is de transitievergoeding. Medewerkers die in aanmerking komen voor deze vergoeding zijn op het moment van ontslag minimaal twee jaar aaneengesloten in dienst bij de onderneming.
Het ontslaan van de medewerkers en daarmee het uitkeren van de transitievergoedingen is een grote financiële last voor de beëindigde onderneming. Per 1 januari 2021 krijgen kleine werkgevers compensatie voor de betaalde transitievergoedingen. Om in aanmerking te komen voor de compensatie moet er voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
- er vindt ontslag plaats als gevolg van beëindiging van de onderneming;
- de onderneming heeft op 1 januari in het jaar van de beëindiging minder dan 25 werknemers in dienst;
- de vergoeding was verschuldigd in een periode van zes maanden voor het ontslag, of negen maanden na het ontslag.
Daarnaast moet er aan één van onderstaande voorwaarden worden voldaan:
- de rede van beëindiging van de onderneming is het (binnen zes maanden) bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de ondernemer, en er is geen opvolger;
- de ondernemer is dusdanig ziek dat niet te verwachten is dat hij zijn werkzaamheden naar behoren uit kan voeren en de onderneming moet beëindigen. Dit in een periode van zes maanden nadat een arts hierover heeft geadviseerd;
- als de ondernemer komt te overlijden, en de onderneming vervolgens wordt beëindigd.