Bij bedrijfsbeëindiging als gevolg van pensionering of overlijden van de werkgever kunnen kleine werkgevers vanaf 1 januari 2021 compensatie van de betaalde transitievergoeding aanvragen bij UWV. Het kabinet heeft hiertoe besloten omdat het betalen van transitievergoedingen bij bedrijfsbeëindiging, met name voor kleine werkgevers, ongewenste financiële gevolgen kan hebben. Werkgevers moeten een transitievergoeding betalen aan werknemers van wie de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever is geëindigd of niet is voortgezet, onder meer wanneer de onderneming wordt beëindigd.
Voor het in aanmerking komen voor compensatie van de verstrekte transitievergoedingen bij het beëindigen van de werkzaamheden van de onderneming als gevolg van pensionering of overlijden van de werkgever geldt een aantal cumulatieve voorwaarden.
- Zo moet allereerst vaststaan dat sprake is van het vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming.
- Daarnaast moet het gaan om een kleine werkgever (minder dan 25 werknemers).
- Verder moet de werkgever de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt of moet hij zijn overleden.
- Een verstrekte transitievergoeding kan slechts eenmaal worden gecompenseerd en alleen indien deze verschuldigd was in verband met het eindigen van een arbeidsovereenkomst in een bepaalde periode.
- Ook is compensatie van een transitievergoeding slechts mogelijk indien deze verstrekt is aan een werknemer die op een bepaald moment al bij de werkgever in dienst was.
Het besluit treedt per 1 januari 2021 in werking en heeft geen terugwerkende kracht. Uitsluitend (transitie)vergoedingen die na ontslag in verband met bedrijfsbeëindiging wegens pensionering of overlijden van de werkgever zijn verstrekt op of na 1 januari 2021 komen voor compensatie in aanmerking.