Om de onduidelijkheid over de fiscale behandeling van de laadpaal weg te nemen heeft de staatssecretaris een aantal goedkeuringen opgenomen in zijn besluit van 21 januari 2015.
Het plaatsen van een laadpaal in of bij de woning van een werknemer voor een (semi-)elektrische auto die de werkgever ter beschikking stelt, wordt geacht deel uit te maken van de terbeschikkingstelling van de auto. Deze goedkeuring geldt ook voor een vergoeding voor het plaatsen van de laadpaal, als de werknemer op verzoek van de werkgever de laadpaal op eigen kosten plaatst of laat plaatsen.
Toelichting
De goedkeuring heeft tot gevolg dat in deze situaties het plaatsen van de laadpaal (of het vergoeden daarvan) geen afzonderlijke gevolgen heeft voor de vaststelling van het loon en daarmee de loonheffingen. Voor werknemers bij wie rekening wordt gehouden met een bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak, wordt (het plaatsen van) de laadpaal geacht deel uit te maken van de gebruikskosten van de auto die door middel van de bijtelling in de loonheffing worden betrokken. Er hoeft geen rekening gehouden te worden met een additioneel bedrag aan loon (in natura), ongeacht of een laadpaal is opgenomen in de catalogusprijs. Als geen sprake is van een bijtelling omdat de auto van de zaak aantoonbaar voor niet meer dan 500 privékilometers per jaar wordt gebruikt, wordt ook (het plaatsen van) de laadpaal geacht voor zakelijk gebruik te zijn bedoeld.
De goedkeuring geldt niet voor de benodigde elektriciteit. Wel acht de staatssecretaris het denkbaar dat werkgever en werknemer overeenkomen dat de werknemer de feitelijk verbruikte elektriciteit voor een ter beschikking gestelde auto tegen kostprijs doorlevert aan de werkgever. Tot de kostprijs behoren in zo’n geval ook de kosten van een meter om het feitelijke verbruik te kunnen vaststellen. Een dergelijke overeenkomst heeft geen gevolgen voor de vaststelling van het loon en daarmee de loonheffingen.
Goedkeuring (inkomstenbelasting – winst)
De hiervoor vermelde goedkeuring is van overeenkomstige toepassing op een ondernemer/natuurlijk persoon die in zijn onderneming een (semi-)elektrische auto gebruikt die tot het ondernemingsvermogen behoort. De met de (semi-)elektrische auto en de oplaadvoorziening samenhangende kosten kunnen voor de winstbepaling in aanmerking worden genomen. De hiervoor vermelde goedkeuring houdt in dat in verband met de onttrekking wegens privégebruik auto de laadpaal geacht wordt deel uit te maken van de terbeschikkingstelling van de auto. Er vindt geen verhoging van de in aanmerking te nemen catalogusprijs plaats.