De staatssecretaris heeft de forfaits in box 3 voor het jaar 2022 bekendgemaakt. Voor spaartegoeden bedraagt dit forfait in 2022 0%, voor schulden 2,28%. Het forfait voor overige bezittingen was al langer bekend en bedraagt 5,53%.
Box 3 in 2022
In 2022 wordt uw box 3-inkomen nog op twee manieren berekend:
- volgens de oude manier, waarbij wordt uitgegaan van forfaits en een fictieve verdeling van uw vermogen, en
- volgens de nieuwe manier, waarbij wordt uitgegaan van forfaits en de daadwerkelijke verdeling van uw vermogen.
Nieuwe manier
De nieuwe manier van berekenen van de box 3-heffing gaat uit van forfaits voor drie vermogensgroepen te weten banktegoeden, overige bezittingen en schulden.
- Het forfait voor banktegoeden is gebaseerd op de gemiddelde rente op deposito’s. Voor het belastingjaar 2022 is dit 0%. Voor het belastingjaar 2021 bedroeg dit nog 0,01%.
- Het forfait voor overige bezittingen is gebaseerd op het forfait uit rendementsklasse II van de oude manier van berekenen van de box 3-heffing. Voor het belastingjaar 2022 is dit 5,53%. Voor het belastingjaar 2021 bedroeg dit nog 5,69%. Voor het jaar 2023 bedraagt dit 6,17%.
- Het forfait voor schulden is gebaseerd op de gemiddelde hypotheekrente. Voor het belastingjaar 2022 is dit 2,28%. Voor het belastingjaar 2021 bedroeg dit nog 2,46%.
Op basis van de forfaits van de verschillende vermogensgroepen wordt het totale forfaitaire rendement berekend. Dit vormt de basis voor de nieuwe manier van berekenen van de box 3-heffing. Die wordt vergeleken met de oude manier van berekenen. Bij de vaststelling van uw box 3-heffing in 2022 houdt de Belastingdienst automatisch alleen rekening met de laagste uitkomst van de twee berekeningen.
Maak bezwaar
Vanaf 1 maart 2023 is het mogelijk om aangifte inkomstenbelasting 2022 in te dienen. Overleg na ontvangst van uw definitieve aanslag 2022 met onze adviseurs of bezwaar maken verstandig is. Inmiddels is namelijk al enige rechtspraak verschenen over de vraag of recht bestaat op verdere verlaging van de box 3-heffing als het werkelijke rendement lager is. Deze rechtspraak ligt echter niet allemaal op één lijn en de Hoge Raad moet nog oordelen.
Bron: SRA