De Belastingdienst is betrokken werkgevers en werknemers aan het informeren over de voorgenomen verkorting van de looptijd van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers naar vijf jaar. Er moet echter nog heel wat water door de zee voordat deze aanpassing per 2019 van kracht wordt.
Het kabinet wil de looptijd van de 30%-regeling per 2019 terugbrengen naar vijf jaar. Nu is die nog acht jaar. De nieuwe looptijd van vijf jaar moet niet alleen gaan gelden voor nieuwe gevallen, maar ook voor alle lopende beschikkingen. Omdat de gevolgen voor werkgevers en werknemers nogal ingrijpend kunnen zijn, stuurt de Belastingdienst nu al informatie naar de betrokkenen. Werkgevers hebben op 7 juni een brief ontvangen; buitenlandse werknemers voor wie de regeling geldt, krijgen die op 14 juni.
Einddatum op beschikkingen vervroegd
De ministerraad is niet van plan om bij de verkorting van de looptijd van de 30%-regeling een overgangsregeling in het leven te roepen. Dat betekent dat de looptijd van alle beschikkingen met ingang van 1 januari 2019 wordt beperkt. Voor alle buitenlandse werknemers voor wie de 30%-regeling 1 januari 2019 al minimaal vijf jaar is toegepast, vervalt de regeling onmiddellijk. Voor alle andere werknemers met een lopende beschikking wordt de einddatum in de beschikking met drie jaar vervroegd.
Geen vergoeding extraterritoriale kosten meer
Wat de gevolgen zijn van deze aanpassing, hangt af van de afspraken die met de ingekomen werknemer zijn gemaakt. Heeft uw organisatie een nettoloonafspraak gemaakt, dan gaan de loonkosten omhoog. In andere gevallen ontvangt de werknemer per 2019 een lager nettoloon. Het is na die vijf jaar ook niet meer mogelijk om extraterritoriale kosten op een andere manier onbelast te vergoeden, omdat het verblijf van de buitenlandse werknemer na vijf jaar niet meer als tijdelijk beschouwd wordt.
Kritische reacties op aangekondigde maatregel
De beperking van de looptijd van de 30%-regeling is nog geen feit. Het is de bedoeling dat de maatregel op Prinsjesdag wordt gepresenteerd. Daarna moeten de Tweede en Eerste Kamer zich er nog over uitspreken. Inmiddels hebben al diverse partijen zich kritisch uitgesproken over de aangekondigde maatregel en zijn er Kamervragen over gesteld door de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer.