Op 12 augustus 2016 oordeelde de Hoge Raad dat een huurwoning met een onzelfstandige werkruimte onder voorwaarden kan worden aangemerkt als ondernemingsvermogen. De belangrijkste voorwaarde is dat de huurwoning voor meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt. Als de huurwoning is geëtiketteerd als ondernemingsvermogen, is de volledige huur aftrekbaar en geldt een bijtelling voor het privégebruik van de woning.
Over het arrest zijn Kamervragen gesteld die nu door de staatssecretaris zijn beantwoord. Hierin merkt hij op dat het arrest geen terugwerkende kracht heeft. Het arrest vormt geen bijzondere omstandigheid die rechtvaardigt dat een eerder gemaakte keuze wordt herzien.
De staatssecretaris geeft verder aan dat hij de uitkomst van het arrest niet evenwichtig vindt en daarom een nota van wijziging in het belastingpakket 2017 wordt voorbereid. In die nota van wijziging zal worden voorgesteld om de huurwoning met een onzelfstandige werkruimte op dezelfde wijze te behandelen als een koopwoning met een onzelfstandige werkruimte.