Bestaande afspraken in een arbeidsovereenkomst, sociaal plan of cao hebben mogelijk voorrang op de transitievergoeding die uw onderneming vanaf 1 juli moet betalen aan onvrijwillig vertrekkende werknemers. Doorslaggevend daarbij is of de afspraken voor 1 juli gemaakt én in werking getreden zijn.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs vier besluiten gepubliceerd die verdere invulling geven aan de Wet werk en zekerheid (WWZ). Eén van die besluiten gaat over het overgangsrecht dat zal gelden voor de transitievergoeding. Als uw onderneming gebonden is aan een sociaal plan, cao of met werknemers individuele afspraken gemaakt heeft over vergoedingen en voorzieningen bij ontslag, hoeft u per 1 juli 2015 mogelijk geen transitievergoeding te betalen aan werknemers die na minimaal twee jaar dienstverband op uw verzoek uit uw onderneming vertrekken. Het kabinet heeft namelijk een overgangsregeling opgesteld.
Afspraken gelden tot uiterlijk 1 juli 2016
Als in een cao of sociaal plan bepalingen staan over vergoedingen en voorzieningen bij ontslag, hebben deze voorrang op de transitievergoeding. U moet zich dan dus aan deze afspraken houden en hoeft geen transitievergoeding te betalen. Deze overgangsregeling is van kracht totdat de afspraken worden gewijzigd of expliciet verlengd en uiterlijk tot 1 juli 2016. Ook als de cao nawerking heeft of stilzwijgend wordt verlengd, blijven tot 1 juli 2016 de afspraken uit de oude cao voorrang hebben op de transitievergoeding.
Bij individuele afspraken mag werknemer kiezen
Bij individuele afspraken met werknemers werkt het overgangsrecht anders: de werknemer mag vanaf 1 juli kiezen of hij gebruikmaakt van de afspraken die u vóór 1 juli met hem gemaakt heeft of dat hij liever transitievergoeding wil ontvangen. Hiervoor geldt de einddatum van 1 juli 2016 niet. De overgangsregeling is van toepassing zolang de werknemer rechten aan de eerder gemaakte afspraken kan ontlenen.